Location
-Based
Pocess oriented
consent and privacy
At the core of my artistic practice lies a commitment to engaging with specific places and the people who inhabit them. In location-based projects, I immerse myself in the context of the location in question. Through conversations and observations, I collect narratives that reflect some of the diverse lived experiences within that location.

Central to this process is the act of listening; to listen and make others listen to personal lived expieriences that coeixt in place. I try to open up listening without (or before) judging and to create a space for others to share personal stories. Sometimes, the goal is to value and gain a deeper understanding of the varied experiences of daily life, recognizing the significance of how we move through, value, and connect with our surroundings. Other times, the objective is to spark new conversations based on understanding different perspectives of the place in question. Depending on the project, there may be various other objectives, but ideally, I aim to highlight the personal experiences within the larger (often individualist and economic driven) urban systems and to connect even if in small ways.
Space for openness and really listening
core values
Transpar-ancy
Not knowing 
personal and connecting


Value


Framework
- Prioritizing active listening over imposing personal biases or judgments onto the narratives shared and trying to facilitate space for others to listen before going into discussion.

- Acknowledging others as specialists of place

- Acting according to where needs seem to lie

- Daring to see or address complex networks by staying close to the daily and personal.

- Being open and ready for new encounters
- Maintaining transparency regarding the selection and representation of stories (acknowledging the subjective nature of the final artistic output).

- Honesty, sincerity and trust
- Prioritizing what people want to share, always asking consent for recordings and photographs, offering opportunities for review and feedback.

- When working from observations documentations will always anonymous
- Embracing the value of process over product, recognizing that the journey of engagement and dialogue are an important outcome.
- Aiming to foster connections and understanding within communities, while being mindful of the potential impact – both positive and negative – of artistic interventions.
- to work locally with situated knowledge

- Visual outcomes are mainly made open up conversation and gift back to people who are connected to the location.

First exploration

Getting in contact with residents (or others connected to the place)

Conversations

Processing information and materials

Collective moment(s)
- Working from a place of not knowing. Having as little as possible preconceptions.

- Working from genuine curiosity; exploring in a playful, questioning way.

- which allows to later on note and reflect on what is.
Context.Context.Context.Context
Kort over mijn werk

Mijn locatie-gebaseerde werken zijn vaak verkenningen binnen de stedelijke context naar onze verhouding met onze omgeving. Mijn werkwijze en benadering van locatie gebaseerde projecten zijn diep geworteld in de specifieke plek zelf. Ik beschouw de stad en haar materiële aspecten als een bijna tastbare realiteit, bestaande uit gebouwen en structuren. Tegelijkertijd onderzoek ik de subjectieve ervaringen van de mensen die er wonen en werken.

Ik ga het gesprek aan met mensen om zoveel mogelijk kennis te verzamelen die zich manifesteert in die specifieke locatie. Mijn focus ligt op het begrijpen van de verhoudingen tussen publieke en private ruimtes, en wat thuis en omgeving betekenen voor individuen, in relatie tot de materiële aspecten, objecten en omgeving, en hoe geleefde ervaringen deze beïnvloeden.

Belangrijke thema's binnen mijn werk zijn onder andere:

- Alledaagsheid: Ik onderzoek de ritmes, rituelen en hoe mensen hun dagelijks leven indelen en zingeving vinden.
- Tijd: Ik bestudeer het verstrijken van tijd, herinneringen, persoonlijke achtergronden, associaties en betekenissen die zijn achtergelaten in sporen. Wat er achterblijft, en hoe dit een rol speelt in de ervaring van de locatie.
- Vormgeving en bestaande structuren: Ik ben geïnteresseerd in de essentie van iets, belichaamd door de meest basale fragmenten, en onderzoek hierbij hiërarchieën en culturele invloeden.
- Urgente (soms locatie gerelateerde) onderwerpen: anonimiteit, eenzaamheid, niet geworteld voelen, individualisme, gentrificatie, immigratie, (on)veiligheid, urbanisatie, "klasseverschillen", aandacht, verdeeldheid; gemis in het naar elkaar luisteren.

Mijn werken hebben aspecten van alle drie contexten:

- Mijn werken zijn procesgericht en onderzoekend. Er ligt een verlangen in om persoonlijke verhoudingen met de omgeving te begrijpen en het onderzoek en de reis te verbeelden.
- Tijdens het proces werk ik soms met interventies en na het verzamelen neig ik vaak ertoe om een verbeelding te maken waarin ik beelden van de omgeving (het materiële) met geleefde ervaringen bij elkaar breng, maar ook realiteiten bevraag en hoop anderen hierover aan denken te zetten.
- Met mijn werk heb ik vaak het doel om mensen die elkaar anders niet kennen of tegenkomen, naar elkaar te laten luisteren en eventueel zelfs te verbinden.
werk binnen context
Context 1 =
Kunst als middel.....(voor verandering)
"De buurt" als plek.
ww: Verbinden en verbeteren.

Inhoud:
Over mijn werk
Context 1
Context 2
Context 3
In-between contexts
Context 2 =

Kunst met en voor...... (mensen)
Kunst die een een relatie/interactie aangaat met participanten of publiek.
ww: Reflecteren, verbeelden en aan het denken zetten.



Context 3 =

Kunst(met en)over ......(plekken en mensen)
Documentair werk
ww: Onderzoeken en documenteren.



In-between contexts =

Werk en kunstenaars die zich in twee of meerdere
van deze contexten begeven
Steekwoorden
- in relatie tot mijn werk
Context, Context, Context! - Neele - IRAP 2024
Een verkenning van verschillende contexten die belangrijk zijn voor het positioneren van mijn werk. De opgenoemde contexten omvatten: Kunst als middel..., kunst met en voor...., Kunst over..... en kunst die zich bevindt in een overlapping van deze contexten, zie "in-between contexts". Zie voor meer uitleg de toelichting per context.

In deze verkenning heb ik voornamelijk gefocust op de exploratie van werken binnen deze contexten die relevant zijn voor mijn eigen onderwerpen.
Juist omdat ik zelden context verken heb ik de ruimte genomen om me in meerdere makers per context te verdiepen - daarmee kan deze site later als een soort database voor mij gaan werken.

Na elke verkenning van de context volgt een korte reflectie op de context in zijn totaliteit, de verbanden met mijn werk.

* belangrijk om te noemen is dat de indeling van de contexten eerder ongenuanceerd is.
Cascoland
Cascoland is een netwerk van kunstenaars, architecten, ontwerpers en performers die vele buurt-verbindende projecten faciliteert en multidisciplinaire interventies initieert in de publieke ruimte om het bewustzijn over het gebruik en de inrichting van de openbare ruimte in een positieve en creatieve kader te creëren.
Onderwerpen:

- Buurt

- Interventies

- verbinding (door bijeenkomsten, eten, tuinieren, ondernemen)

- gentrificatie

- individuele aandacht

- informele zorg

- luisteren

- locatie gebonden

- onderzoek om nieuwe mogelijke manieren van samenleven voor te stellen
Wijk Paleis
Het Wijkpaleis in Rotterdam west heeft een ‘dorpszaal’ die ruimte biedt voor ontmoeting, vier publieke productieplekken - van wijkkeuken tot maaklokaal, van textielatelier tot houtwerkplaats. Hier is iedereen uit de buurt welkom om te maken of te komen eten. Het is een ontmoetingsplek. Boven de 'dorpszaal' zijn er 18 werkplaatsen voor "professionele makers" die samen bijdragen aan het programma en het faciliteren hiervan.


- exposities

- co-creatie

- dagelijks (betrouwbaar)

Niteshop
The Niteshop in Rotterdam vertrekt vanuit het idee dat de kennis en kunde van de omgeving onmisbaar is in het aanpakken van transitieopgaven. Het is een plek waar mensen met verschillende kennis en kunde
samenwerken aan "de stad van morgen".
De shop dient in als levend archief voor hedendaagse diasporische stadscultuur.
De shop maakt het erfgoed van een post-koloniale samenleving zichtbaar in haar schappen en in
haar programma. "Het doel is om de verbeelding van onze communities en andere stakeholders te
triggeren om invloed uit te oefenen op de stadsontwikkeling. En zoals in elke buurtwinkel worden den sigaretten los onder de toonbank verkocht."


- toekomst plannen

- verhalen van objecten

- gebruik van bestaande vormen

Voorkamer
De Voorkamer werd voor het eerst ontwikkeld als reactie op de negatieve reacties op de komst van asielzoekers in Nederland. Het opende zijn deuren in Utrecht in 2016 en creëerde een culturele ontmoetingsruimte om inclusie te bevorderen en integratie opnieuw te definiëren. Bij De Voorkamer maken we gebruik van co-creatie om de talenten van onze diverse gemeenschap te stimuleren en te faciliteren.
Gruppe tag
Das Theaterkollektiv Gruppe Tag nodigt kunstenaars, architecten, politieke besluitvormers en stadsbewoners uit om de benadering van "design-anthropologie" in verband met de methode van "performatieve gesprekken" te verkennen. De tentoonstelling en workshop "Utopie-Bouwplaatsen" presenteren een aanpak die gebaseerd is op 'sociaal ontwerp' en performance, waarbij gelijkwaardige gesprekken met stadsbewoners de basis kunnen vormen voor een rechtvaardiger en integratieve stadsontwikkeling.
Pension almonde

- migratie


- migratie
- design antropologie


- samen wonen
Rijk en arm, migrant en geboren & getogen Rotterdammer vormen er een gemeenschap die de wijk versterkt. In
de plint vind je buurtinitiatieven, zoals een taalschool, koffiehuis, copy shop en een voedselcoöperatie.
De woningen erboven huisvesten de oorspronkelijke bewoners van de straat en moderne stadsnomaden. De
oorspronkelijke bewoners verlaten de straat langzaam. Degenen die er nog wonen leven samen met
pensiongasten en moderne stadsnomaden. Tot aan de sloop vormen zij samen een community. Het pension
zorgt dat er geen verlatenheid heerst, maar dat een behoefte van de stad vervuld wordt.
Jeanne van Heeswijk
Jeanne van Heeswijk (geboren in 1965) is een Nederlandse beeldend kunstenaar en curator. Haar werk richt zich vaak op sociale praktijkkunst, ofwel de relatie tussen ruimte, geografie en stadsvernieuwing. Ze woont en werkt in Rotterdam, Nederland. De focus in projecten licht op verkennen van mogelijke toekomsten met mensen.
Casco art
Kunst en commons zijn de twee belangrijkste pijlers van Casco Art Institute, welke we zien als middelen voor een betere
manier van samenleven. De commons zijn culturele en natuurlijke hulpbronnen die toegankelijk zijn voor alle leden van
een gemeenschap. Denk bij deze hulpbronnen aan bos, water, weidegronden, maar ook boeken, open-source software en
kennis. Deze middelen worden in de commons gemeenschappelijk beheerd, er is geen privébezit. De commons vereisen
een samenwerkingsproces, dat we ‘commoning’ noemen, gebaseerd op gedeelde ethiek en waarden zoals diversiteit,
gelijkheid, pluralisme en duurzaamheid. Kunst is een verbeeldende manier van doen en zijn, die mensen verbindt, geneest,
openstelt en nieuwe wereldbeelden creëert. Doordat kunst de cultuur binnen een gemeenschap draaiende houdt, is kunst
inherent aan de commons. Door haar open karakter, kunnen de commons op hun beurt weer kunst ondersteunen. Met
kunst en de commons kunnen we samen een nieuw paradigma vormen, een samenleving zoals ‘wij’ verlangen – gebaseerd
op dekolonisatie, feminisme, queer-waarden, noem maar op!
Raum Utrecht
We begonnen in 2016 met een diepe kuil vol zand. Letterlijk. Het terrein had een culturele bestemming,
maar er was nog geen plan. Samen met bewoners, culturele- en andere organisaties bedachten we
wat voor plek het Berlijnplein zou kunnen worden. Zo werd RAUM geboren. Eigenlijk zoals we het nu
nog steeds doen: Onze installaties en evenementen ontwikkelen we allemaal samen met
buurtbewoners en organisaties uit de stad. We noemen deze manier van werken creative placemaking.
En we zijn er best trots op dat wij onszelf hierin inmiddels pioniers mogen noemen
Theater im Fluss is een theater in Kleve dat sinds 1993 bestaat. Ze bieden theater cursussen en theater-pedagogische projecten,culturele educatie op het gebied van preventie, voor mensen van alle leeftijden maar vooral kinderen, jongeren en jongvolwassenen. Het theater bevindt zich op een oud fabrieksterrein. Door dat zowel mensen die verbonden aan het theater zijn als ook mensen uit de buurt vaak rondom het theater zijn (rondhangen)wordt het duidelijk waar mensen in de buurt behoefde aan hebben. Zo bleken bijvoorbeeld veel kinderen geen eten mee naar school te krijgen en begonnen ze de kinder-kultuur-keuken - waar kinderen eten op kunnen halen en waar soms samen gekookt wordt. Daarnaast hebben ze ook de kunst-bude waar kinderen een keer per week kunnen komen om samen te maken.
Theater im Fluss
Dries Verhoeven
Travelling Farm Museum of Forgotten Skills / The Outsiders
In een installatie die doet denken aan een hotel, krijgen bezoekers hun eigen slaapkamer. Daar zijn ze
alleen en anoniem, totdat ze zicht krijgen op de mensen aan de andere kant van de muur. In de
oorspronkelijke opzet functioneerde het werk als model voor de anonimiteit in grote steden, waar mensen
simultaan een soms vergelijkbaar leven leiden. Door de pandemie van 2020 werd het werk ook een
reflectie op onze tijd van zelf-isolatie, de nabijheid van onbekenden was plotseling een bedreiging
geworden.
David Hammons
“The art audience is the worst audience in the world. It’s overly educated, it’s
conservative, it’s out to criticize not to understand, and it never has any fun.
Why schould I spend my time playing to that audience?” - 1986
Splitting, 1974 - Matta-Clark
“Capturing two long months of work in the spring of 1973, this film documents one of Matta-Clark’s most
outstanding cutting pieces, the exhausting task of vertically splitting a typical Englewood, New Jersey residential home.
Once the interior furniture had been removed, the artist made two parallel cuts that crossed all the structural surfaces. The
transformation produces a series of phantasmagorical images, almost dizzying, when the line of cuts penetrates the
building, sectioning the stair railing, opening a crack in the floor of the second floor and running through the walls of the
rooms. The vision of the green grass, now perceptible from the interior spaces, is also shocking.” – Bruce Jenkins
Pablo Helgura
Sophie Calle
Pablo Helguera is een internationaal erkende kunstenaar, schrijver en educatief curator, geboren in Mexico-Stad. Zijn werk omvat een breed scala aan media, waaronder tekeningen, performance, installatie en schrijven. Helguera staat bekend om zijn innovatieve benadering van kunst tot sociale betrokkenheid en culturele uitwisseling. Zijn projecten verkennen vaak de relatie tussen kunst en onderwijs, en hij heeft verschillende werken gecreëerd die kunst inzetten als een instrument voor dialoog en begrip tussen verschillende gemeenschappen en culturen. Helguera's werk wordt internationaal tentoongesteld en heeft bijgedragen aan het bevorderen van een inclusieve en participatieve benadering van kunst en cultuur.
Sophie Calle, een gerenommeerde Franse conceptuele kunstenaar, staat bekend om haar unieke benadering van het verkennen van de grenzen tussen kunst en leven. Met een combinatie van fotografie, tekst en performance kunst ze onthullende en vaak intieme verhalen die de alledaagse realiteit ontregelen. Haar werk omvat onder meer het volgen van vreemden, het onderzoeken van hun privélevens en het uitnodigen van het publiek om deel te nemen aan persoonlijke ervaringen. Calle's oeuvre is doordrenkt van nieuwsgierigheid, speelsheid en een diepgaande reflectie op menselijke relaties en identiteit. Haar kunst raakt aan universele thema's zoals liefde, verlies, verlangen en de complexiteit van het menselijk bestaan. Sophie Calle blijft een invloedrijke figuur in de hedendaagse kunstwereld, die blijft uitdagen en inspireren met haar grensverleggende werk.
"Everywhere at the end of time" is een zes uur durend "simulatie"-album van hoe het voelt om de voortgang van de ziekte van Alzheimer (ook bekend als seniele dementie) te ervaren. Het album werd elektronisch gecreëerd door kunstenaar 'The Caretaker', met het pseudoniem Leyland Kirby, in 2016. Het album staat bekend om zijn huiveringwekkend klinkende loops van balzaalopnamen die worden beschreven als een "eens vertrouwd geluid". Het album is opgedeeld in 6 stadia (of fasen), waarbij elk stadium geleidelijk "vager", "vervormd" en "geheugenverlies" wordt om duidelijk de latere stadia van Alzheimer weer te geven.
Leyland Kirby
Alicia Framis
"Dream keeper" een project van de Spaanse kunstenares Alicia Framis. In dit unieke concept biedt de Droombewaarder haar diensten aan om eenzame nachten te verlichten. Gedurende veertig dagen dwaalt ze door de straten, gekleed in een opvallende Sterrenjurk en Maanschoenen, klaar om twaalf uur lang aan de zijde van haar klanten te blijven. Door directe emotionele en fysieke interactie te faciliteren, creëert Framis een intieme en poëtische ervaring in het hart van de stad. Met "De Droombewaarder" benadrukt ze haar overtuiging dat kunst het beste tot zijn recht komt door persoonlijk contact en echte menselijke verbinding.
PHOTOGRAPHERHAL
De Zuid-Koreaanse kunstenaar toont poëtische passages gemaakt van stof uit zijn huizen in Seoul, Berlijn en Londen.

Do Ho Suh staat wereldwijd bekend om zijn bijna gewichtloze, transparante ruimtes gemaakt van stof, nauwkeurige en levensgrote afbeeldingen van de huizen waarin hij heeft gewoond. De tentoonstelling is de derde in de "Intermezzo" serie van kunstwerken waarbij de individuele kunstwerken worden ervaren en gewaardeerd door meer dan alleen het gezichtsvermogen. Dit is Do Ho Suh's eerste solotentoonstelling in Denemarken.

Do Ho Suh's verhaal is universeel. De meeste mensen hebben ervaring met het verlaten van een thuis en het opzetten van een ander ergens anders. Zijn werken vangen het specifieke gevoel dat kan ontstaan in verband met verhuizen. Dit is universeel en niet altijd gemakkelijk onder woorden te brengen. Het werk van Do Ho Suh is relevant in een wereld waar migratie steeds vaker voorkomt en waar er een grotere kans is dat mensen weggaan van hun oorspronkelijke thuis, zegt Erlend G. Høyersten, museumdirecteur van ARoS.
Do ho suh – suitcase homes
Jan Rothuizen
Rothuizens tekeningen zijn het best te omschrijven als geschreven kaarten of grafische reportages. Als kunstenaar ontdekte hij dat de beperkte ruimte van een atelier niet bij hem paste. Door door de straten van de stad te wandelen en mensen te ontmoeten, vond hij zijn manier van kunstenaar zijn. In 2009 startte hij het Soft Atlas-project. De titel verwijst naar 'Soft City', een boek geschreven in 1974 door de Britse auteur Jonathan Raban. Zijn idee is dat de stad de plek is waar de solide betonnen realiteit van gebouwen en asfalt samenkomen met de kneedbare, subjectieve ervaring en verwachting van de mensen die er wonen en werken. Rothuizen publiceert boeken en exposeert zijn werken internationaal. Zijn tekeningen worden maandelijks gepubliceerd in de Nederlandse nationale krant 'De Volkskrant'. Hij maakte de prijswinnende interactieve documentaire 'Refugee Republic', waarin hij een vluchtelingenkamp in Noord-Irak beschouwt als een opkomende stad die bloeit. En de VR-film 'Drawing Room'. Jan Rothuizen (Amsterdam 1968). Sinds de sluiting van de gevangenis in 2016 werd het gebouw gebruikt als asielzoekerscentrum, waar 600 asielzoekers woonden. Zeven jaar eerder, toen de Bijlmerbajes nog een gevangenis was, bezocht ik een gedetineerde in zijn cel (getekend met rode lijnen op de tekening). In die cel woonde toen Ahmed, een jongen van 22 uit Irak (zijn verhaal is blauw). Net als de voormalige gevangenen waren de vluchtelingen en statushouders die er woonden op zichzelf teruggeworpen binnen hun beperkte bewegingsruimte. De tentoonstellingsruimte van het Tijdelijk Museum fungeerde ook als een ontmoetingsruimte voor ontmoetingen tussen de tijdelijke bewoners en bezoekers.
Sannah Kvist
Sannah Kvist is een fotograaf die in Göteborg, Zweden woont. In een doorlopende serie genaamd "all i own" maakt Kvist foto's van mensen die poseren met al hun bezittingen.
De enige richtlijn was dat je moet zijn geboren in de jaren 1980 om deel te nemen. Dit betekent waarschijnlijk dat deze mensen ofwel op school zitten of recent op zichzelf wonen en nog niet zoveel bezittingen hebben verzameld als iemand van in de 50 of 60.
Peter Menzel
Vandaag in All Things Considered bespreken fotograaf Peter Menzel en zijn vrouw, Faith D'Aluisio, hun nieuwste boek, Wat ik eet: Rond de wereld in 80 diëten. Maar 16 jaar geleden werkte Menzel aan een ander project, genaamd Material World: Een Wereldwijde Gezinsportret. Hij en andere fotografen maakten portretten van 30 statistisch gemiddelde gezinnen met al hun bezittingen tentoongesteld buiten hun huizen.
Hoewel Menzel zich nu bezighoudt met nieuwe onderwerpen, blijft het onderwerp van Material World vandaag relevant. Meer recentelijk hebben twee Chinese fotografen, Ma Hongjie en Huang Qingjun, zich gewaagd aan een soortgelijk project in hun eigen land. Hun project heet Family Stuff. Hongjie zegt dat hij zo'n project wilde doen in China omdat, zoals hij schrijft in een e-mail, "China geografisch en etnisch het meest gediversifieerd is." Qingjun geeft niet per se toe beïnvloed te zijn door het project van Menzel. En toch lijkt Family Stuff erg bekend.
Julika Rudelius
Julika Rudelius (1968) is een Duitse video- en performancekunstenaar die internationaal exposeert en woont en werkt in Amsterdam, Nederland, en New York. Haar fotografische en videowerk onderzoekt complexe begrippen van emotionele afhankelijkheid, sociale macht, misbruik, identiteit en culturele hegemonie.

Rudelius is vooral bekend geworden door het heimelijk afluisteren van mensen. Ze staat bekend om korte portretten, straatinterviews of gesprekken die met een camera op enige afstand zijn opgenomen. De kijker wordt deelgenoot van dialogen die authentiek lijken, maar gaandeweg wordt duidelijk dat ten minste een deel van de scènes in Rudelius' video's zorgvuldig zijn ingestudeerd.

In "Train" bespreken enkele Nederlandse jongens in een treincoupé het verschil tussen 'sletten' en 'leuke wijven'. Het gesprek blijkt te zijn opgevangen door Rudelius, waarna ze de jongens vroeg om het gesprek voor de camera te herhalen.
Sjoerd Martens
"We staan vaak niet stil bij het feit dat we praktisch alles om ons heen ooit geconstrueerd
hebben en dit nog steeds doen. In mijn werk breng ik onderliggende procesmatigheid
onder de aandacht, laat ik zien dat ruimtes gemaakt zijn door mensen en dat ze een
vorm zijn waarin ideeën opgeslagen worden.
Deze ideeën zijn lang niet zo houdbaar als het materiaal waarin ze vastgelegd zijn.
Het enorme contrast tussen de vluchtigheid, menselijkheid en het fictieve van ideeën en de snelheid en grootsheid waarmee gebouwd kan worden intrigeert mij."
Maaike Kramer
Sjoerd Martens woont en werkt in Amsterdam. "We laten voortdurend sporen van ons bestaan achter in onze omgeving, maar we hebben ook de drang om ze zo snel mogelijk uit te wissen. Ze trekken normaal gesproken niet onze aandacht, ofwel vanwege hun alledaagsheid of waargenomen lelijkheid. De verborgen schoonheid en zuiverheid van de menselijke sporen zijn wat ik wil vereeuwigen, zodat ze op een andere en oneindige manier kunnen worden ervaren. Als gevolg daarvan worden de onderwerpen niet langer als vanzelfsprekend beschouwd. Het doet denken aan archeologie, maar met een ander doel en een onconventioneel middel.

Ik zie mijn werk als een sculptuur van ons erfgoed. De gebieden die ik creëer worden gekenmerkt door het verleden van menselijke aanwezigheid, de huidige verlatenheid en de toekomstige onzekerheid. De menselijke sporen als stilleven worden naar een nieuwe ademende omgeving gebracht door multidisciplinariteit en atypische narratieve technieken. De gemanipuleerde mise-en-scène vormt een post-apocalyptisch, semi-surreëel microkosmos dat fysieke en niet-fysieke tekenen van onze vergankelijkheid omvat. Deze oase is uitsluitend tastbaar en is vergelijkbaar met voorbije kinderdromen, of dissociatie van iemands omgeving of zelf."
Jan dirk van der burg
Typisch Nederland is een typologische benadering van ons land. Het was een maandelijkse serie in NRC, een tentoonstelling in het Nederlands Fotomuseum in 2022 en het is een boek.
Typisch Nederland rekent seriematig af met het idee dat Nederland zo’n normaal land is. Het immer nutteloze slingerhekje, de veelzijdigheid van het polderboeddhisme, het gecamoufleerde klikoleven of de solitaire palmboom in de onderhoudsarme voortuin: droogkomische reflecties van het Nederland dat iedereen herkent, maar nog nooit zo bij elkaar heeft gezien.
Annelys the Vet
Wie is Amsterdam eigenlijk? Deze Subjectieve Atlas van Amsterdam presenteert de Nederlandse hoofdstad zoals ervaren door de bewoners zelf. Velen die Amsterdam hun thuis noemen - vooral degenen die vaak aan de rand worden geduwd - vertalen hun ervaringen in kaarten, tekeningen, foto's en afbeeldingen. Je zult straten zien die je nog niet hebt bewandeld, ver buiten het historische centrum, door de ogen van mensen die je misschien niet hebt ontmoet, maar die je buren zouden kunnen zijn.
Deze pagina's illustreren ongezongen buurten, subjectieve alledaagsheid, vitale kritiek en liefdesverklaringen, en creëren zo een genuanceerde verzameling die iets moeilijk te kwantificeren of tastbaar te maken is: hoe culturen een stad vormen.
Geïnitieerd door het Architectuur Centrum Amsterdam (Arcam), reflecteert dit boek, en de meervoudige realiteiten erin, op hoe de stad een betere plek kan worden, voor iedereen.
Andre Smits
Voor het langetermijnproject artistintheworld reist André Smits sinds 2008 de wereld rond. Hij fotografeert mensen uit de kunstwereld (kunstenaars, galeriehouders, museumdirecteuren).
Smits vraagt iedereen die hij fotografeert om zijn of haar rug naar de camera te keren, een motief genaamd de Rückenfigur. De gedeeltelijk anonieme persoon op de voorgrond nodigt de kijker uit om een glimp op te vangen van zijn of haar wereld. Dit is precies waar Smits naar op zoek is: 'Ik ben geen fotograaf, dus portretten maken interesseert me niet. Door kunstenaars van achteren vast te leggen, komt de studio en dus de kunst zelf naar voren.'
Opmerkelijk genoeg selecteert hij de kunstenaars niet van tevoren en maakt hij geen onderscheid tussen bekende of minder bekende personen.
Op het moment dat hij op zijn gekozen bestemming is (Tehran, Tangier, San Pedro, Kattendijke, Zaltbommel of Taipei), heeft hij vaak slechts één of enkele contacten ter plaatse. Deze eerste contacten stellen hem voor aan andere kunstenaars. 'Mijn netwerken groeien heel organisch, wat laat zien hoe de hiërarchie van de kunstwereld werkt.'
Als afsluitend project maakt Smits muurschilderingen in alle steden die hij bezoekt van de namen van de kunstenaars die hij daar heeft gefotografeerd. Smits noemt ze grafische reisverslagen. 'Het is geweldig om op deze manier alle kunstenaars met elkaar te verbinden die ik heb ontmoet. En het is unieker dan alleen maar weer een fototentoonstelling.'
Het project gaat zijn 15e jaar in en omvat momenteel zo'n 6060 foto's.
Vergeten voordeuren
In dit nummer van Andersland vindt u drie portretten van Rotterdammers die in armoede leven,
gemaakt door fotografe Laisa Maria in het kader van haar project Vergeten Voordeuren. De portretten zijn los van elkaar geplaatst en te vinden onder de titel van het project met daarachter
een cijferindicatie.
John Wilson
How To with John Wilson is een Amerikaanse televisiekomedie-docuserie gemaakt door filmmaker John Wilson. John Wilson probeert advies te geven terwijl hij omgaat met zijn eigen persoonlijke problemen. De afleveringen van 25 minuten, ingelijst als tutorials en voornamelijk gefilmd op straat in New York City, behandelen onderwerpen van smalltalk tot steigers. Hoewel elke aflevering aanvankelijk focust op het onderwerp in de titel, ontmoet Wilson tijdens zijn onderzoek mensen en begint hij gesprekken die in onvoorspelbare en diverse richtingen leiden. Zo eindigt bijvoorbeeld de aflevering "Hoe je je geheugen kunt verbeteren" met een conferentie over het Mandela-effect in Ketchum, Idaho.
Life in a day
"Life in a Day" is een door de menigte samengestelde documentairefilm bestaande uit een geordende reeks videoclips geselecteerd uit 80.000 clips die zijn ingediend door participanten, waarbij de clips gebeurtenissen van over de hele wereld tonen op één dag, 24 juli 2010.
Jeroen van Bergijk
Undercoverreportages
"Lange dagen en illegale trucs: 527 ritten als Uberchauffeur

"Vijf weken undercover in het distributiecentrum van bol.com

"Undercover bij de klantenservice van Wehkamp: ‘Nóg meer bijlenen? Natuurlijk, mevrouw’

"Ik werkte in de teststraat op Schiphol: ‘Corona testing! This way!’ – maar mensen liepen me straal voorbij

"Drie weken undercover als flitsbezorger in Amsterdam

"Jeroen van Bergeijk ging undercover als koffergooier op Schiphol

"Undercover in Ter Apel: ‘Ik dacht: als het buiten zo mensonterend is, hoe zou het dan binnen zijn?’
Van Bergeijk studeerde sociale geografie, sociologie, communicatiewetenschap en journalistiek in Utrecht, Amsterdam en Connecticut. Van 1996 tot 2002 was hij freelance correspondent in de Verenigde Staten. Zijn reisboek Mijn Mercedes is niet te koop, over een reis per oude Mercedes naar Ouagadougou, werd zeven maal herdrukt en verscheen ook in Duitsland, de Verenigde Staten en Engeland. In 2010 spendeerde hij een jaar als goudzoeker in Australië, hetgeen resulteerde in het boek Goudkoorts of: Hoe ik dacht rijk te worden in de Australische outback
Jonas Bendiksen – de plaatsen waar we wonen
Voor het eerst in de geschiedenis wonen er meer mensen in steden dan op het platteland. Dit betekent echter niet dat er dus sprake is van vooruitgang. Binnenkort wonen er meer dan een miljard mensen in sloppenwijken, vaak – maar niet altijd – in erbarmelijke omstandigheden.
De afgelopen jaren documenteerde Jonas Bendiksen, een van de jongste en succesvolste leden van het fotografencollectief Magnum, het leven in vier sloppenwijken van vier verschillende steden op drie verschillende continenten: Nairobi ( Kenia, Afrika), Mumbai (India, Azië), Jakarta (Indonesië, Azië) en Caracas (Venezuela, Zuid-Amerika). Zijn uitbundige foto's vangen de diversiteit van persoonlijke verhalen en verwachtingen die te vinden zijn in deze dichtbevolkte plaatsen.
Berlin – sypmhonie einer grosstadt
"B-MOVIE: LUST & SOUND IN WEST BERLIN" is een documentaire over muziek, kunst en chaos in het Wilde Westen van Berlijn in de jaren 1980. De ingemetselde stad werd een creatieve smeltkroes voor een speciaal soort sub- en popcultuur, waarbij ingenieuze dilettanten en wereldberoemde beroemdheden werden aangetrokken. Voordat het IJzeren Gordijn zou vallen, zouden kunstenaars en communards, krakers en hedonisten van allerlei slag genieten van de onconventionele levensstijl van Berlijn. Het draaide niet om langdurig commercieel succes, maar om leven voor het moment - de kick - het hier en nu. Met voornamelijk onuitgebracht tv- en filmmateriaal, foto's en originele interviews, vertelt B-MOVIE het verhaal van het leven in de verdeelde stad, een culturele interzone waarin alles mogelijk leek in een plaats die anders was dan waar dan ook in Europa. Het is een snel gemonteerde collage van verhalen uit een hectisch maar creatief decennium, beginnend met punk en eindigend met de Love Parade, allemaal vanuit een stad waar de dagen kort zijn en de nachten eindeloos. Dit is een tijd waarin Berlijn leek op een B-MOVIE: kleurrijk goedkoop en trashy, bedreigd en bijeengegooid, angstig en ambitieus, geslagen en gebeukt, stoned en verdoofd, dronken, gedrogeerd en - gewoon heel bijzonder.
De film begint met een treinreis: een sneltrein, getrokken door een stoomlocomotief, snijdt door weilanden, volkstuinen en woonwijken terwijl hij de stad nadert en het platteland van de grote stad scheidt. De trein komt aan op het Anhalter Bahnhof nabij het stadscentrum. Na een blik over de daken van Berlijn laat de film de straten van de stad zien, telkens onderbroken door beelden van de klokkentoren van het Berlijnse stadhuis. Langzaam vullen de 's ochtends lege straten zich met mensen op weg naar hun werk. Overal begint het werk. Het ritme van de stad en de film wordt steeds sneller, evenals de overgangen van de straten naar de fabrieken en kantoren. Met de klok van 12 uur stort de snelheid in elkaar. Na de lunchpauze en het eten begint het in de middag opnieuw te versnellen. Pas 's avonds keert ontspanning en langzame rust terug: Ruttmann laat ook vrijetijdsactiviteiten zien aan het water en in het park, en 's avonds in de amusementsgelegenheden van de stad. Beelden van een vuurwerk en ten slotte het draaiende licht van de toen pas gebouwde Berlijnse radiozendmast aan de nachtelijke hemel sluiten Ruttmanns werk af.
Mark Reeder
Rotterdam 2040
"Rotterdam 2040" is een film over de toekomst van de stad, vertrekkend vanuit het principe van Gyz La Rivière dat je niet vooruit kunt kijken zonder je verleden in overweging te nemen (iets wat niet altijd het sterkste punt van Rotterdam is geweest). Op hoge snelheid reconstrueert La Rivière de geschiedenis van Rotterdam vanaf de tijd voor de bombardementen tot nu, en breidt de ontwikkelingen uit tot het jaar 2040 (100 jaar na de bombardementen en het 700-jarig bestaan van de stad).
La Rivière heeft specifiek gekozen om zijn persoonlijke visie bloot te leggen, die soms radicaal of een beetje absurd is. Dus geen experts en geen talking heads, maar een overvloed aan oude en nieuwe beelden, bij elkaar gehouden door La Rivière als verteller van de film.
De Aromanen (Rrãmãnji) zijn een etnische groep die voornamelijk te vinden is in het hedendaagse Albanië, Griekenland, Bulgarije en Roemenië. Voor filmmaker Alexandra Gulea is deze kwestie van erfgoed verbonden met de naam die ze deelt met haar grootmoeder, die werd geboren in een traditioneel Aromaans leven en alleen vloeiend is in een Aromaanse taal. De oudere Alexandra's vader leed een gewelddadige dood tijdens een opstand voor de rechten van zijn volk, wat het gezin uit Griekenland verdreef en in een politiek verraderlijk Balkanlandschap bracht dat diep verwikkeld was in nationalistische omwentelingen, totdat ze uiteindelijk een thuis vonden in Roemenië.
Door vroege documentaires uit die periode, etnografische objecten en vooral door haar eigen verbeelding, begint Alexandra aan haar reis terug naar de wereld van haar grootmoeder. Maia - Portrait with Hands verrukt met een mix van technieken, waaronder proto-animatie (het tekenen van schapen op een weiland tegen het zijraam van een auto), poppenspel (het spelen met de zwevende fluwelen jurk) en eenvoudige re-enactments, die allemaal haar reis een verlangen geven naar een verloren eenvoud, een aardse kwaliteit.
Alexandra Gulea
Valerie van Leersum
Valerie van Leersum (1973) werkt als kunstenaar, ontwerper en ontdekkingsreiziger. In haar werk richt ze zich op de relatie tussen landschap en menselijke identiteit. Hoe landschappen vorm krijgen door mensen en vice versa.

Hiervoor creëert ze beelden en installaties met behulp van objecten, tekst, audio, collages en fotografie. Soms staan de beelden op zichzelf, in andere gevallen maken ze deel uit van een installatie of polyptiek. Het werk beweegt zich tussen de 'feitelijke' geschiedenis enerzijds en de subjectieve ervaring anderzijds. Voor veel van de werken werkt ze samen met wetenschappers en andere professionals uit verschillende achtergronden.
Met een artistiek onderzoek als uitgangspunt streeft ze naar een poëtische abstractie die de kijker uitnodigt om te bewegen tussen persoonlijke ervaring en de bredere context van een fenomeen.

Tina Lenz
"Afgelopen half jaar heb ik onderzoek gedaan naar de dagelijkse gebruiken en rituelen van
winkeliers en bezoekers op winkelcentrum De Drieslag. Met als doel de culturele context in
kaart te brengen, het authentieke karakter van het winkelcentrum te tonen en ondernemers
collectief te betrekken bij het door ontwikkelen van het gebied. Het resultaat is zowel een bijzonder inkijkje in het kleurrijkste winkelcentrum van Arnhem dat voorheen erg gesloten leek, als een verandering van perspectief op het winkelcentrum zelf bij ondernemers, gemeente en publiek. Op 4 september vindt de opening van het artistieke onderzoek plaats
op de muur van Albert Heijn, De
Onderzoeker en kunstenaar Tina Lenz initieert cultuur sensitieve projecten vanuit de principes van design antropologie gebaseerd op intersectionaliteit, lokale participatie, trans-disciplinaire co-creatie, iteratie en transformatie. Tina doet veldwerk vanuit participatief en mensgericht onderzoek waarbij, naast het blijvend reflecteren op haar eigen praktijk, generatieve methodes vanuit
de wetenschap en kunsten voor radicale en collectieve verbeelding in gang worden gezet. Ze werkt ontstaansgericht en onderhoudt
samenwerkingen vanuit wederkerigheid door het samen ontvouwen van mogelijkheden. Daarnaast richt ze zich op het belang van het ontwikkelen van relationeel activisme om naar een meer participatieve samenleving toe te werken waar ook ruimte is voor dissensus.
The Museum of Broken Relationships
Een trouwjurk verzegeld in een pot. Een rol onontwikkeld film. Een bijl gebruikt om het meubilair van een ex-geliefde in een vlaag van woede te hakken. Deze objecten, en nog veel meer, zorgvuldig geselecteerd uit onze wereldwijde collectie door de auteurs Olinka Vištica en Dražen Grubišić, vormen de grillige, fantasierijke, aangrijpende bevolking van The Museum of Broken Relationships, Modern Love in 203 Everyday Objects - ons prachtige boek dat vandaag 14 november verschijnt als een imprint van Grand Central Publishing / Hachette Book Group in de Verenigde Staten en Weidenfeld & Nicolson (Orion Books) in het Verenigd Koninkrijk. Dit prachtige, oversized, vierkleurige boek biedt een onweerstaanbare glimp binnenin de geheime werelden van andere mensen, en creëert momenten van diepe menselijke verbinding. Het is een must read voor iedereen die ooit heeft liefgehad en verloren. Een geweldige toevoeging aan ieders boekenplank of salontafel, The Museum of Broken Relationships is, net als het museum zelf, een verrukkelijke en aangrijpende viering van moderne liefde.
Moritz Fehr
"Vehicle, Tokyo" bestaat uit 25 foto's van de voertuigen en bezittingen van daklozen, genomen op verschillende plaatsen in Tokyo, waaronder Sumidagawa, Shinjuku Chuo Park, Ueno Park en Shibuya, die deel uitmaken van het normale stadslandschap. De foto's laten zien hoe in deze stad, waar ruimte het meest waardevolle bezit is, daklozen een leven leiden met zeer beperkte middelen.
Iedereen in Tokyo weet van hun onderkomen in Ueno Park, maar als de keizer een officieel bezoek brengt aan een van de nabijgelegen musea, moet het onderkomen tijdelijk worden afgebroken en omgevormd tot voertuigen. Deze transformatie omvat materialen, zoals karton en plastic folie, die nodig zijn voor overleving in de stedelijke omgeving, die zo economisch mogelijk worden samengepakt. Deze voertuigen, beladen met persoonlijke bezittingen, worden dan geparkeerd onder een brug of op een straathoek - een getuige van een systeem buiten de wereld van werk en consumentencultuur.
Rebecca Mojo
EEN GENEESMIDDEL VOOR PLANTENBLINDHEID, 2017 Open Huis 3de Tamworth Textiel Triënnale Curator: Glenn Barkley Tamworth Regionale Galerij 14 oktober - 10 december 2017 Touring 2018-2020 Plantenblindheid - een term bedacht door James Wandersee en Elisabeth Schussler - is de letterlijke onwetendheid van planten door mensen en hun spontane voorkeur voor dierenleven. Ze beweren dat dit bestaat uit het niet zien, opmerken of aandacht schenken aan de planten in iemands leven, het geloof dat planten slechts achtergronden zijn voor dierenleven, het over het hoofd zien van het belang van planten voor menselijk leven en het niet begrijpen van de verschillende tijdschalen van planten- en dierenactiviteit.¹ Tijdens mijn bezoek aan Tamworth werd ik getroffen door de prachtige straatbomen. Als gevolg daarvan nodigde ik inwoners van Tamworth uit om een boom te identificeren die ze dierbaar vonden of als belangrijk beschouwden. Ik vroeg hun een frottage (wrijving) te maken rond de omtrek van deze boom; om de soort, locatie, datum en tijd van het maken van de frottage te noteren en om te schrijven waarom deze boom belangrijk of bijzonder was. De handeling van het maken van een afdruk van een significante boom betekende dat elke deelnemer tijd doorbracht met een boom. Het contact tussen mens en plant wordt vastgelegd met krijt op papier. Ruw of glad, gepatterniseerd of chaotisch, de boommarkeringen zijn een samenwerking tussen persoon en plant. De wrijvingen werden gemaakt in de regio Tamworth, en vervolgens naar mij in Melbourne gestuurd.
Bart lodewijks
Saskia Jansen
Saskia Janssen mixt een verscheidenheid aan media in haar sociaal betrokken locatiespecifieke werken. Vaak om situaties zichtbaar te maken of te materialiseren die aanvankelijk onzichtbaar zijn. Ze heeft samengewerkt met onder andere zeelieden, nachtclubzangers, harddrugsgebruikers, boeddhisten, psychiatrische ziekenhuispatiënten en gevangenen. De resultaten van deze samenwerkingen hebben de vorm aangenomen van installaties, opgenomen albums, tekeningen, optredens en gedrukte publicaties. Samen met George Korsmit heeft ze in 2005 The Rainbow Soulclub opgericht, een kunststudio in een opvangcentrum voor daklozen en langdurige drugsgebruikers in Amsterdam. Sindsdien hebben ze een wekelijks programma in de studio georganiseerd, vaak samen met hun kunststudenten.
Hoe kunnen we samen luisteren naar de aarde, bomen, insecten en kinderen van Leidsche Rijn? En als we
dat doen, wat leren we van wat we horen? Welke vaardigheden en verhalen zijn geworteld in dit land, het
landbouwverleden en het heden als vinexwijk? Wat leren we van deze vaardigheden en verhalen voor
onze toekomst?
We nodigen iedereen uit om mee te doen in publieke samenkomsten, workshops en rondleidingen door
Leidsche Rijn om zo samen tot antwoorden te komen op deze vragen, en nieuwe verhalen te schrijven
over dit gebied. Deze worden verzameld in The Travelling Farm Museum of Forgotten Skills: een
rondreizend, participatief museum dat luistert naar de geschiedenis, het (im)materiele erfgoed en de
huidige inwoners - menselijk en niet menselijk - in Leidsche Rijn, om zo vaardigheden en verhalen te
ontwikkelen om een eerlijke en duurzame wereld te bouwen.
Nergens geframed als kunst maar wel belangrijk voor mijn reflectie
Reflectie op context

Waar? grotendeels lokaal

Voor wie? meestal voor lokale gemeenschappen. Soms gefinancieerd door gemeentes.

Wat zie ik? Alle deze kunstenaars of projecten zetten concrete acties in gang om mensen binnen een omgeving met elkaar te verbinden. Veel van deze projecten bieden een dagelijkse ontmoetingsplek. Verscheidene van de projecten streven ernaar samen aan een positieve toekomst te werken, soms door tastbare veranderingen in de buurt aan te brengen en de realiteit van alledag op te pikken. De meeste projecten hebben één of meerdere vaste ontmoetingsplaatsen. Het zijn langlopende initiatieven waarbij in de loop der tijd banden worden gesmeed en vertrouwen wordt opgebouwd. Vaak richten de projecten zich op verwaarloosde buurten of op mensen die niet voldoende gehoord worden. Er ontstaan nieuwe verbindingen tussen mensen, waaruit gemeenschappen ontstaan.

Naar mijn mening dragen deze projecten zeker bij aan een mooiere manier van samenleven. Echter, uit mijn ervaring is gebleken dat dit proces zeker niet zonder frictie verloopt.


Met mijn eigen ervaring bij twee van de genoemde kunstenaarsinitiatieven in gedachten, ben ik vaak onder de indruk geweest van de impact en verbinding die ontstaat tussen mensen die zich aan deze initiatieven verbinden. Aan de ene kant heb ik echter van dichtbij gezien hoe de presentatie van deze initiatieven soms te idealistisch kan zijn. Hoewel ze zich voordoen als plaatsen waar machtsverhoudingen horizontaal zouden zijn, blijkt in de praktijk soms dat de kwaliteit en visie van de kunstenaar/eigenaar toch boven co-creatie lijken te staan.

In de praktijk heb ik zeker machtsverhoudingen ervaren tussen kunstenaars en bewoners, evenals tussen eigenaren en werknemers. Omdat er niet altijd transparant wordt gecommuniceerd over deze verhoudingen, kunnen er naar mijn mening schrijnende situaties ontstaan. Dit is natuurlijk slechts een aspect van deze concrete buurt-verbindende projecten, en ik spreek hierbij alleen vanuit mijn eigen ervaring. Als ik mij opnieuw zou verbinden aan soortgelijke initiatieven, zou ik zeker letten op een zekere mate van oprechtheid. Ik zou het belangrijk vinden om dicht bij persoonlijk contact te blijven en het contact met buurtbewoners niet te Intellectualisten.

Naast de plekken waar ik heb gewerkt binnen de lokale sociaal geëngageerde kunst en andere eerder genoemde voorbeelden, heb ik intuïtief ook het theater van mijn vader toegevoegd aan mijn lijstje. Nu besef ik dat het theater, waar ik deels ben opgegroeid, een belangrijk referentiekader vormt als het gaat om buurt-verbindende initiatieven. Het theater is onbedoeld uitgegroeid tot een cultureel centrum dat een essentiële rol vervult in de buurt. Door jarenlang op dezelfde plek te werken, zijn de behoeften en verlangens vanuit de omgeving duidelijk geworden, waardoor verschillende initiatieven zijn gestart. Voor mijn gevoel is het theater op deze manier een integraal onderdeel van de buurt geworden, eerder dan een externe interventie. Ook vormt het theater voor mij een voorbeeld van hoe op organische wijze sommige onderdelen volledig co-creerend kunnen zijn en anderen vanuit het theater bepaald zonder dat deze kwaliteiten ergens gepresenteerd of geframed hoeven worden. Misschien is dit iets wat ik lastig vind aan als buitenstaande bewust een lokale gemeenschap sterker willen maken. Ik beschouw dit dan ook niet als een rol die ik als "kunstenaar" op me kan nemen.




Wat is de relatie met mijn werk?


Ik geloof dat initiatieven binnen deze context essentieel zijn als lijm in buurten en gemeenschappen. Ik hecht veel waarde aan het concept van commons en de verschillende vormen van informele zorg die daaruit voortkomen. Het idee van een uitgebreide huiskamer, verbinding buiten de eigen woning, het gevoel van thuis zijn in openbare ruimtes, op straat en het gedeeld eigenaarschap over de buurt draagt bij aan een gevoel van samenhorigheid en lokale verbindingen en een vangnet als nodig.
Deze onderwerpen resoneren sterk met mijn werk en de thema's die ik onderzoek - hoe we samenleven en de verschillende realiteiten van plaatsen die naast elkaar bestaan. Ik heb me vaak afgevraagd of het niet "beter" zou zijn om me meer in deze contexten te begeven. Wanneer ik bijvoorbeeld problemen in een buurt tegenkom en vervolgens visueel werk maak in plaats van concrete veranderingen te bewerkstelligen, vraag ik me af of dat egocentrisch is. Is het maken van werk dat niet direct tot verbetering leidt een egocentrische daad?

Mijn ervaringen tot nu toe hebben me doen beseffen dat ik me niet helemaal thuis voel in deze context (context 1). Dit komt niet alleen door ethische vragen over machtsverhoudingen, maar ook door het missen van de "ontdekkingsreis" en het proces van verzamelen en verbeelden. Misschien is dat deels ook wel egoïstisch, toch moet ik ook erkennen dat ik een andere rol kan vervullen.

Mijn projecten hebben naast het verzamelen van informatie ook een beeldend karakter. Ik verbeeld een toon dit tijdens collectieve momenten (met participanten) om de ruimte te creëren om naar elkaar te luisteren, om vervolgens het gesprek met elkaar aan te gaan. Op deze manier kunnen werken dienen om openheid voor elkaar te creëren.
Vanuit deze positie zijn plekken en projecten als deze vooralsnog mooie plekken om mee samen te werken.

Daarnaast wil ik in de toekomst een open atelier oprichten, een plek waar ontmoetingen kunnen plaatsvinden en waar anderen welkom zijn, met af en toe evenementen. Het vergt toewijding en tijd om een dergelijke plek te laten groeien en een waardevolle toevoeging te maken aan de omgeving. Ik heb ervaring opgedaan met het opstarten van sociale ruimtes, zoals werk in een opstartend buurtcentrum en het oprichten van platenzaak in Breda , waarbij de plekken snel een woonkamer functie hadden voor een bepaalde groep maar het moeilijk was om echt verbonden te zijn met de omgeving. Op de lange termijn vind ik het belangrijk om iets soortgelijks te faciliteren, maar gezien mijn persoonlijke omstandigheden ligt dit nog in de toekomst.

Voor nu is het voornamelijk belangrijk dat ik accepteer dat mijn werk zich niet volledig in deze context hoeft te bevinden. - deze projecten zo bij elkaar te zien geeft me het inzicht dat de context een pasvorm is waar ik me onbewust steeds tegenover wil verhouden terwijl de aard ervan momenteel niet heel dicht bij mijn werk licht.






Reflectie op context

Waar?
lokale interventies of binnen kunst en museum context

Voor wie? voornamelijk voor kunst publiek (vrij exclusief)

Wat zie ik?

Deze verzameling kunstprojecten, elk op hun eigen wijze, staat dicht bij mijn eigen praktijk, zowel qua onderwerpen als werkwijze. Vaak zijn ze gecreëerd binnen de kunstbubbel, met als doel mensen aan het denken te zetten en te bevragen. Ze bieden inzicht in wat er op bepaalde momenten in de tijd speelt en hoe de kunstenaar de omgeving en de wereld beschouwt. De werken fungeren als een vergrootglas waardoor mensen anders kunnen kijken. Naar mijn mening zijn de werken vaak poëtisch en gelaagd. Velen van hen nodigen de kijker uit tot participatie, waardoor er een relatie ontstaat tussen het werk en de mensen of toeschouwers.- Deze relatie wordt in deze werken soms bewust en soms onbewust aangegaan.

Wat is de relatie met mijn werk?

Ik heb in deze context veel projecten gevonden die qua onderwerpen en onderzoek methodes dicht bij mijn werk staan. Wat zeker inspirerend heeft gewerkt. Hoewel ik me overduidelijk kan vinden in onderwerpen en werkwijze van deze kunstprojecten, wil ik geen werk maken om enkel binnen de kunstbubbel te bestaan. Ik bewonder gelaagdheid en associatieve elementen in werken, maar ik streef er niet naar om kunst te creëren die voornamelijk in een kunst context bestaat. Voor mij is het belangrijk dat mijn werk nauw verbonden is met het dagelijks leven en dat het begrijpelijk is voor een breed publiek.

Soms verzamel ik eerder obsessief, representatief (eerlijk) en droge informatie - eerlijkheid, duidelijkheid en juist het poëtische in het "gewone" is iets wat ik belangrijk vind. Dit betekent echter niet dat dit niet binnen de context van deze kunstprojecten kan bestaan. Ik wil graag werk maken dat toegankelijk is en in contact staat met mensen. Juist het lokale, actieve participatie of co-creërende elementen zijn belangrijk in mijn werk iets wat ik niet volledig terugzie in deze context.

Reflectie op context

Waar?
vertoont binnen kunst context/deel van iets educatiefs/ op tv

Voor wie? binnen verschillende contexten.

Wat zie ik?

Binnen deze context wordt vaak op een onderzoekende manier gewerkt. De kunstwerken tonen wat de makers hebben ontdekt tijdens het verkennen van een plek of fenomeen. De werken die mij aanspreken en resoneren met mijn eigen werk, zijn vaak geleid door wat de makers tijdens hun onderzoek zijn tegengekomen. Het valt me op dat deze makers hun zoektocht onderdeel maken van hun eindwerk, wat een waardevolle benadering is waar ik zeker van kan leren. Ook valt het me op dat ze hun eigen perspectief en associaties meenemen, iets wat ik zelf vaak vermijd. Ik begin nu echter in te zien dat dit de werken juist sterker kan maken. Het integreren van het eigen perspectief maakt de werken meer verhalend, oprechter en gemakkelijker te volgen. Door niet alleen klassieke filmgebaseerde documentaires, maar ook visuele kunstwerken in deze context te bestuderen, krijg ik meer inzicht en herkenning in de werken.

Wat is de relatie met mijn werk?


Het werken vanuit het onbekende, het verkennen van plekken, objecten en menselijke ervaringen ligt dicht bij mijn eigen werk. Deze hele context blijkt zelfs nog nauwer aan te sluiten dan ik aanvankelijk dacht. Bij het zien van dit soort projecten krijg ik zin om te creëren en te onderzoeken; het zijn projecten waar ik enthousiast van word, wat waarschijnlijk veelzeggend is.

Het verzamelen, vastleggen en analyseren om een beter begrip te krijgen van een plek of andere relaties is een essentieel aspect van mijn werk. Echter, in deze context mis ik (net als in de vorige context) het aspect van het 'teruggeven' van het werk, en het directe contact met de plek of lokale gemeenschap tijdens het creatieproces. Het maken van werk OVER anderen of over een specifieke plek, om het vervolgens alleen in een andere context te presenteren, voelt voor mij te ver verwijderd van het 'echte leven' dat ik wil raken met mijn werk.

Bovendien hecht ik er waarde aan om in mijn werken geen te persoonlijke of gevoelige onderwerpen van anderen te tonen, en heb ik nog ethische vragen over het maken van werk over anderen. Daarom vind ik het belangrijk dat het werk, afhankelijk van het project, niet alleen een representatie is, maar ook daadwerkelijk in contact staat met en mogelijk zelfs een middel kan zijn binnen de betreffende context.




Reflectie op de context aan de hand van deze voorbeelden:

Waar?
Deze projecten vinden plaats op lokale schaal. Visuele resultaten worden vaak in samenwerking met de gemeenschap gemaakt, nemen de vorm aan van een interventie of worden lokaal tentoongesteld.

Voor wie?
Voor en met lokale gemeenschappen.

Wat zie ik?

Deze projecten passen niet gemakkelijk in één specifieke context, maar bevinden zich vaak in alle drie of in twee van deze contexten. Bij het bekijken van deze projecten valt op dat de lokale aard ervan een belangrijk aspect voor mij is. Ik merk ook op dat er weinig voorbeelden zijn die binnen deze categorie vallen - dus zowel lokaal/sociaal (in de buurt) als met visuele of documentaire aspecten. Het zijn vaak gelaagde projecten die zowel onderzoekend als sociaal geëngageerd zijn, waarbij het representeren van onderzoek binnen kunstprojecten een lokale vorm aanneemt om naar elkaar te luisteren, over moeilijke onderwerpen te praten, samen te komen en de omgeving en het dagelijks leven te waarderen en waar nodig te veranderen.

Relatie met mijn werk?
Het lijkt erop dat ik me het meest thuis voel in deze tussenliggende context. Het lokale, het onderzoeken, verbinden, bevragen, co-creëren en participeren zijn allemaal aspecten die ik belangrijk vind binnen mijn projecten. Mijn kunstpraktijk hoeft niet per se volledig in een van de eerder genoemde contexten te passen. Het feit dat mijn werk zich in deze tussenliggende context bevindt is eigenlijk heel logisch. Echter, ik realiseer me wel dat ik weinig voorbeelden ken (en nu ook niet kon vinden). Misschien juist omdat ik zelden verken hoe anderen werken, zou het vinden van meer voorbeelden mij kunnen helpen om me beter te kunnen positioneren - door te bekijken hoe anderen te werk gaan, wat ze organiseren, hoe ze zich presenteren en waar ze aansluiting vinden. Dus laat het me vooral weten als je meer voorbeelden kent.
onderwerpen: Omgeving, Stad, materialiteit, geleefde ervaring
Onderwerpen: Tijd, materialiteit, stad en thuis



Steekwoorden
- in relatie tot mijn werk
- thuis

- stad

- individualisme

- anonimiteit
- interventie

- straat verkopen

-sporen van wat was

- buiten de kunst bubbel
- participatief
- sporen van mensen

- achtervolgen

- noteren

- baan nemen om te observeren

- objecten
- objecten, vervormen , herinnering en tijd
- samen slapen

- in de privé ruimte van anderen

- niet weten
- afluisteren

- tussen fictie en realiteit
- bestaande constructies binnen stad
- kaarten

- zwart wit lijn tekeningen

- bewegingen en lagen in kaart brengen

- aspecten van tijd , plek , persoonlijke associaties, verhalen van mensen, herinneringen
- verzamelen

-stadse vormgeving

-eigenaarschap

- droogheid (knulligheid)
- netwerk in kaart brengen

- mensen in hun eigen ruimtes
- verhalen over wonen
- laten leiden door de reis

- bijna obsessief vastleggen en verzamelen
- dagelijkse ritmes,

- realiteiten die constant tegelijk existeren

- embodied Reseach

- op locatie ervaren, verzamelen en observeren.
- verhalen van wonen, consequente manier van vastleggen
- verhalen van objecten
Steekwoorden
- in relatie tot mijn werk
Steekwoorden
- in relatie tot mijn werk
- conversation tools

- participatief

- co- creatie

- locatie gebaseerd

- conversation tools

- participatief

- co- creatie

- locatie gebaseerd

Campus Atelier
Campus Atelier is een open coöperatief ontwerpatelier in de wijk Nieuw Gent. De initiatiefnemers van Campus Atelier gaan samen met buurtbewoners, schoolgaande kinderen, wijkorganisaties en passanten op zoek naar publieke ruimte in een stedelijk weefsel dat kampt met privatisering, commercialisering, segregatie en gentrificatie. Die publieke ruimte ‘vinden’ ze en geven ze (tijdelijk) betekenis door leegstaande gebouwen te transformeren tot collaboratieve werkplaatsen, door bestaande (semi-)publieke ruimtes te herdenken, en vooral door huidige stedelijke grenzen te overschrijden.
Campus Atelier vertrekt vanuit een gevoeligheid voor de dynamieken die aan de grondslag liggen voor de huidige stadsontwikkelingslogica. De initiatiefnemers Elly Van Eeghem, Maarten Jolie en Olivier Giot stellen het verschil in vraag tussen wie vandaag de stad plant en wie de stad gebruikt. Met Campus Atelier schuiven ze de gebruikers van de stad naar voor als stadsmakers. Het ontwerpatelier neemt participatieve stadsplanning een stap verder door